DEN HAAG - Door de huidige krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. Maar de bloeiende economie onderstreept vooral de noodzaak om in actie te komen en de onderliggende problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid namens het kabinet in zijn brief ‘Aanpak krapte op de arbeidsmarkt’.
Het gaat goed met de economie. Bedrijven groeien en steeds meer mensen hebben een baan. Maar juist in deze economisch goede tijden zien we dat de arbeidsmarkt nog onevenwichtigheden kent. Aan de ene kant krijgen bedrijven vacatures niet of moeilijk vervuld. Bijna een op de vijf bedrijven ervaart belemmeringen bij het vinden van geschikt personeel. Aan de andere kant komen bijvoorbeeld oudere werkzoekenden moeilijk aan de slag en werken vrouwen relatief vaak in een deeltijdbaan. Het is belangrijk dat vraag en aanbod elkaar beter en sneller vinden, zeker gezien de tekorten in sectoren als het onderwijs, de zorg en de techniek. Om ook voor de lange termijn onze economie en arbeidsmarkt te versterken, moeten we hier nu mee aan de slag.
Iedereen heeft daarin een rol. De werkgevers zijn als eerste aan zet. Zij kunnen het werk aantrekkelijker maken door hogere lonen, het aanbieden van vaste contracten, door ruimte te geven voor de verdeling van arbeid en zorg en door scholing. Voor werkenden en werkzoekenden is dit ook een goede tijd om te kijken naar mogelijkheden en wensen, of het uitbreiden van het aantal uren.
Het kabinet ziet de krapte als een kans om structurele aandachtspunten op de arbeidsmarkt aan te pakken. Daarom wil het kabinet onder andere meer werken aantrekkelijker maken. Ook zet ze zich in om de matching tussen werkgevers, werkzoekenden, UWV en gemeenten te verbeteren. Dit geldt ook voor de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Daarnaast staat het stimuleren van leven lang ontwikkelen hoog op de agenda. Net als het investeren in persoonlijke dienstverlening van werkzoekenden en begeleiding van groepen die moeilijk aansluiting vinden op de arbeidsmarkt, zoals 55-plussers, mensen met een migratieachtergrond of een arbeidsbeperking.